Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AK4404

Datum uitspraak2003-09-04
Datum gepubliceerd2003-09-17
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers208642 HA VERZ 03-670
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

kantonzaak, ontbinding arbeidsovereenkomst, OR-lid.


Uitspraak

R E C H T B A N K Z W O L L E sector kanton - locatie Zwolle zaaknr.: 208642 HA VERZ 03-670 datum : 4 september 2003 BESCHIKKING OP EEN VERZOEK TOT ONTBINDING VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST in de zaak van: de besloten vennootschap SECURITAS NEDERLAND B.V., gevestigd te Amsterdam, mede kantoorhoudende te Zwolle, verzoekende partij, verder te noemen: "Securitas", gemachtigde mw. mr. S.I. Janssen, advocaat te Amersfoort, tegen [VERWEERDER], wonende te Lelystad, verwerende partij, gemachtigde mw. mr. A. Stegmeijer, werkzaam bij CNV Dienstenbond te Hilversum. De procedure De kantonrechter heeft kennis genomen van: - het verzoekschrift van 31 juli 2003 - het verweerschrift van 26 augustus 2003 De mondelinge behandeling is gehouden op 28 augustus 2003. Verschenen zijn: - namens Securitas, de heer W. Hengst, personeelsfunctionaris, vergezeld van mw. mr. Janssen voornoemd - [verweerder], bijgestaan door voornoemde gemachtigde. Het geschil 1. Vaststaande feiten a. Op 23 januari 1999 is [verweerder], thans 37 jaar oud, bij Securitas in dienst getreden als beveiliger B. Laatstelijk is [verweerder] werkzaam als beveiliger C tegen een salaris van € 1.482,00 bruto per periode van vier weken, inclusief gemiddelde onregelmatigheidstoeslag en exclusief 8% vakantietoeslag, een en ander bij een omvang van 30 uur per week. b. [verweerder] is vanaf 1 maart 2003 lid van de ondernemingsraad van werkgeefster. c. [verweerder] is vanaf zijn indiensttreding tot 1 juli 2002 als objectbeveiliger werkzaam geweest op locatie Lelystad van deze rechtbank. Vanaf 1 juli 2002 is [verweerder] werkzaam geweest binnen het "AZC-team" en als zodanig in hoofdzaak werkzaam geweest op het asielzoekers-centrum (AZC) te Almere als ook incidenteel op de AZC's te Dronten en Zeewolde. d. Met ingang van 1 juli 2003 heeft Securitas de opdracht tot beveiliging van de AZC's in de provincie Flevoland verloren aan de organisatie PreNed Beveiliging. e. Als gevolg van de gunning van de opdracht tot beveiliging van de AZC's aan PreNed zijn binnen Securitas alle arbeidsplaatsen gemoeid met die beveiliging vervallen. f. De ondernemingsraad van Securitas heeft op 27 mei 2003 positief advies uitgebracht ten aanzien van de door Securitas voorgenomen reorganisatie. g. Op 28 april 2003 is Securitas met een drietal vakorganisaties een Sociaal Plan overeengekomen ten aanzien van de overname van medewerkers door PreNed dan wel ten behoeve van de af te vloeien medewerkers. h. Behoudens zeven werknemers, zijn de werknemers waarvan de arbeidsplaats is vervallen bij PreNed in dienst getreden. Ten aanzien van twee werknemers, waaronder [verweerder], heeft Securitas een ontbindingsverzoek ingediend. i. Binnen Securitas is thans binnen haar regio een vacature voor objectbeveiliger. [verweerder] heeft daarvoor de verlangde diploma's. 2. Verzoek Securitas vraagt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens dringende omstandigheden, bestaande uit een noodzakelijke reorganisatie en inkrimping van het bedrijf. Als gevolg hiervan is, gelet op de functiegroep van [verweerder] en de regio waarbinnen hij werkzaam was, de arbeidsplaats vervallen. Nu herplaatsing binnen die regio niet mogelijk is gebleken en [verweerder] heeft geweigerd bij PreNed in dienst te treden, dient een einde te komen aan het dienstverband onder toekenning van een vergoeding zoals opgenomen in het Sociaal Plan. 3. Verweer [verweerder] voert ten verwere aan dat zijn arbeidsplaats bij het AZC-team weliswaar is vervallen, doch dat hij zonder meer kan worden ingezet, ook buiten de regio, voor andere beveiligingsobjecten hetgeen ook hij bij herhaling heeft aangegeven. Anders dan Securitas stelt, heeft zij geen reële inspanning gedaan om [verweerder] binnen haar organisatie te herplaatsen. De functie zelve is evenmin vervallen, waarbij er voldoende werk voorhanden is. Overigens is er thans een vacature binnen Securitas die hij zonder meer kan invullen, zodat te minder reden is voor zijn ontslag. [verweerder] heeft ook een groot belang bij het voortbestaan van zijn arbeidsovereenkomst. De beoordeling 4. Voorop dient te worden gesteld dat op grond van de door partijen gestelde feiten en omstandigheden er wellicht materieel sprake is van een collectief ontslag, doch ook dat formeel niet in de zin van de wet van een collectief ontslag kan worden gesproken, ten aanzien waarvan het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) de aangewezen instantie is te oordelen. 5. De kantonrechter zal derhalve hebben te beslissen. Daarbij zal er acht op worden geslagen dat de verzochte ontbinding van het dienstverband met [verweerder] materieel onderdeel uitmaakt van een collectief ontslag zodat ook de criteria, zoals het Ontslagbesluit, die door het CWI zouden zijn gehanteerd betekenis toekomen. Dit betekent dat Securitas voldoende aannemelijk dient te maken niet alleen dat de voorgenomen reorganisatie naar omstandigheden redelijkerwijs noodzakelijk is dan wel gewenst moet worden geacht, maar ook dat dit meebrengt dat de functie van [verweerder] dient te vervallen en dat met in achtneming van het anciënniteitsbeginsel en andere naar omstandigheden redelijkerwijs te hanteren criteria [verweerder] niet in aanmerking kan komen voor herplaatsing in enige andere functie binnen de organisatie van Securitas. 6. Bij voorbedoelde beoordeling dient tevens te worden gelet op het bepaalde in artikel 7:670a BW, waarin een ontslagverbod voor ondernemingsraadleden is vervat, zodat in dit geval het ontbindingsverzoek vanwege [verweerder]'s lidmaatschap van Securitas' ondernemingsraad met terughoudendheid dient te worden beoordeeld, in die zin dat het verzoek slechts toewijsbaar is indien het uitgesloten moet worden geacht dat dat lidmaatschap een rol heeft gespeeld bij de beslissing tot beëindiging van de arbeidsverhouding. 7. Tussen partijen is de noodzaak van de reorganisatie alsmede het feit dat [verweerder]'s functie binnen het AZC-team is komen te vervallen niet in geschil, hetgeen aansluit bij de instemming van de ondernemingsraad van Securitas met de voorgenomen reorganisatie en bij het naar aanleiding daarvan opgestelde Sociaal Plan. 8. Securitas heeft evenwel onvoldoende gegevens overlegd om te komen tot een voldoende overwogen oordeel met betrekking tot de gestelde onmogelijkheid van herplaatsing van [verweerder] binnen haar organisatie. 9. Securitas betoogt weliswaar dat er binnen de regio Zwolle-Enschede, waaronder [verweerder] zou vallen, geen herplaatsingmogelijkheden zouden zijn, doch zij heeft daarin geen inzicht gegeven door overlegging van nadere gegevens. Van Securitas mocht worden gevergd dat zij met concrete gegevens omtrent haar andere beveiligingsprojecten binnen deze regio zou komen en zij aan de hand daarvan gespecificeerd zou aangeven om welke reden [verweerder] niet op één van deze projecten te werk zou kunnen worden gesteld. Dit klemt te meer nu uit de wel door Securitas overgelegde "anciënniteitslijst" aangaande beveiligers werkzaam binnen de regio Zwolle-Enschede blijkt dat [verweerder] niet de persoon is met het kortste dienstverband, zeker als daarbij wordt betrokken de functiegroep "Beveiliger B", [verweerder]'s voormalige functie, die minder kwalificaties verlangt. 10. Securitas heeft enkel gesteld dat de andere projecten binnen de relevante regio op een grotere afstand dan 75 kilometer van [verweerder]'s woonplaats Lelystad zijn gelegen, doch dit is ongestaafd gebleven. Nu de afstand Lelystad - Zwolle circa 60 kilometer bedraagt en de [verweerder]'s regio onder meer naar Zwolle is vernoemd, laat zich ook niet zonder toelichting inzien dat relevante projecten binnen de gestelde afstand zouden ontbreken. Het enkele feit dat [verweerder], hoewel in het bezit van een rijbewijs, niet beschikt over eigen gemotoriseerd vervoer, komt niet dat gewicht toe wat Securitas er aan toekent. Gesteld noch gebleken is immers dat zulks in een concreet geval aan een herplaatsing in de weg heeft gestaan dan wel dat aan [verweerder] is voorgehouden dat dat ontbreken een herplaatsing bemoeilijkt en dat van hem verwacht wordt dat hij voor een herplaatsing over dergelijk vervoer moet gaan beschikken. Dit klemt te meer nu [verweerder] heeft uitgesproken bij noodzaak tot aanschaf van eigen vervoer ter zake over te gaan. Dat [verweerder] vanwege de reisafstand en/of het thans ontbreken van eigen gemotoriseerd vervoer niet herplaatsbaar is, is derhalve niet aannemelijk geworden. 11. Voorts heeft Securitas geen inzicht gegeven hoe haar beslissing om [verweerder] voor ontslag voor te dragen tot stand is gekomen, zulks tegen de achtergrond dat er binnen haar organi-satie, in het bijzonder in het "rayon Amsterdam" zoals Securitas dat benoemt, tevens voor een objectbeveiliger wordt geworven, zijnde een functie die door [verweerder] wordt uitgeoefend. Anders dan Securitas veronderstelt, mocht van haar worden gevergd dat zij zelfstandig zou onderzoeken of de te herplaatsen werknemer op een ontstane vacature kan worden herplaatst, onder overigens de kanttekening dat zij slechts onder bijzondere omstandigheden van een dergelijke herplaatsing zou mogen afzien. Een dergelijk onderzoek noch bedoelde bijzondere omstandigheden zijn gesteld of gebleken. Er zij nog opgemerkt dat de door Securitas kennelijke bedoelde autonomie van haar "rayon Amsterdam" geen dergelijke bijzondere omstandigheid is, te minder aangezien er geen aanleiding is om dat rayon als een andere bedrijfsvestiging aan te merken als bedoeld in artikel 4:2 van het Ontslagbesluit. 12. Dat [verweerder] onwillig zou zijn geweest om op redelijke alternatieven tot herplaatsing in te gaan, zoals Securitas aanvoert, kan naar het oordeel van de kantonrechter evenmin worden vastgesteld. In de eerste plaats geldt dat [verweerder]'s afwijzing in juli 2002 om op een object te Bussum werkzaam te worden gesteld, achterhaald is geworden met zijn bereidverklaring per 4 juli 2003. Verder geldt dat Securitas niet heeft weersproken dat het door PreNed aan [verweerder] geboden alternatief enkel zag op een plaatsing voor enkele maanden als beveiliger op het AZC te Zeewolde welke kort daarop zou sluiten. Dat [verweerder] daarmee ten onrechte een redelijk alternatief heeft afgeslagen, is derhalve niet aannemelijk geworden. 13. Ten aanzien van [verweerder] geldt, zoals overwogen, dat het ontslagverbod wegens lidmaatschap van de ondernemingsraad slechts kan worden doorbroken indien uitgesloten moet worden geacht dat dat lidmaatschap een rol heeft gespeeld bij de beslissing tot beëindiging van de arbeidsrelatie. Nu er geen voldoende andere valide redenen voor beëindiging zijn gebleken, kan daartoe aldus niet worden geconcludeerd. 14. De slotsom is derhalve dat het verzoek moet worden afgewezen. Het feit dat [verweerder] de onvermijdelijkheid van de reorganisatie en de inkrimping van het bedrijf van Securitas niet heeft betwist, betekent immers nog niet dat Securitas daarmee was ontheven van haar verplichting om (ook) de noodzaak van het ontslag van [verweerder] inzichtelijk te maken, zeker nu het kennelijk enkel gaat om een ontslag van twee werknemers. 15. Securitas zal met de kosten worden belast. De beslissing De kantonrechter: - wijst het verzoek af; - veroordeelt Securitas in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van [verweerder] vastgesteld op € 360,-- voor salaris gemachtigde. Aldus gegeven door mr. W.F. Boele, kantonrechter te Zwolle, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 4 september 2003, in tegenwoordigheid van de griffier.